• VAKANTIE

Cardwell (24-11-2007)

Tussen Arlie Beach en Cairns in liggen niet zo heel veel plaatsen. Aangezien het stuk te ver is om in één keer te rijden, betekent dit voor ons dat we wat meer ons best moeten doen om een motel te vinden waar we kunnen overnachten. We kozen als eindbestemming Cardwell omdat we daar 2 motels van hadden gevonden in een boekje. Op weg daar naartoe kwamen we echter eerst langs de Wallaman Falls die we nog even wilden bezichtigen. Dit ‘even’ bleek echter wel iets langer te duren, want vanaf de highway waar we op zaten was het maar 50 kilometer rijden tot aan de falls volgens het bordje. Dit zijn echter natuurlijk geen snelweg-kilometers, maar onvervalste smalle zigzag bergweggetjes! Kortom, daar doe je al snel een uur over. Als er dan ook nog eens halverwege koeien midden op de weg staan en de weg gewoon weer lekker overgaat in een gravel weg, dan begrijp je dat de rit naar de falls toe al een hele beleving was.

Bij de Wallaman Falls aangekomen (in Girringun National Park), waren we echter toch wel heel blij dat we dit stuk omgereden waren. De Wallaman Falls is namelijk de hoogste waterval van Australië waarbij het water in één val 268 meter naar beneden valt! In de tegenstelling tot de grote pech die we in Amerika hadden met een opgedroogde waterval, was deze redelijk goed voorzien van vallend water. Vanaf het uitkijkpunt er recht tegenover (met de auto dus bereikbaar) leverde dit een erg mooi uitzicht op.

Rogier en Nathalie bij de Wallaman Falls
Na hier even uigerust te hebben en tot de conclusie gekomen te zijn dat de wandeling naar de onderkant van falls van zo’n 5 uur toch echt te ver was, zijn we (jammer genoeg) via dezelfde weg weer teruggereden naar de highway. Via de highway kwamen we aan in Cardwell, wat niet veel meer bleek te zijn dan een lange dorpsstraat! De 2 motels die wij gezien hadden, zaten tegenover elkaar en deden beide ook tegelijkertijd dienst als camping. Verder had Cardwell een benzinestation, een houten postkantoor en wel één buurtsupermarkt en dat had je het wel gehad. Kortom, niet een erg spannend stadje om te stoppen. Maar goed, ons motel bleek wel weer uitzicht te hebben op het strand en we hoefden er maar één nacht te slapen, dus voor ons doel was het goed genoeg.

Overnacht in: Cardwell Village Beachcomber Motel & Tourist Park - Cardwell
Gegeten bij: restaurant van Caltex benzinestation; er was echt geen normaal restaurant te vinden, dus uiteindelijk hebben we 2 pizza’s bij het benzinestation gehaald en deze in ons motel opgegeten. Afgelegde afstand: 489

1 reacties op “Cardwell (24-11-2007)”


  • VAKANTIE

Whitsunday Islands (23-11-2007)

Soms is onze timing per ongeluk heel perfect. Dat we uitgerekend op mijn verjaardag een boottocht langs de Whitsundays (74 eilandjes langs de oostkust van Australië) zouden maken, had ik niet van te voren durven hopen. Leuk was het zeker!

We hadden onze boottocht eergisteren via internet geboekt (toch handig als we een motel hebben met wireless internet). De keuze is reuze! En vooraf boeken werd aangeraden, maar het was niet echt nodig vandaag. Misschien dat het in het weekend drukker is? Nu gingen we op vrijdag. Maar goed, genoeg keus. Verschillende touroperateurs bieden ook nog eens heel verschillende tochten aan. Eén dag, drie dagen, met snorkelen, met duiken, met lunch,met kamperen, etc. Je kan het zo gek niet bedenken. Wij wilden het simpel houden. Snorkelen/duiken willen we vanuit Port Douglas doen (over een paar dagen) en dus hoefde dat er nu niet van ons bij te zitten. Een meerdaagse cruise zien we vanwege ons ‘schema’ naar het eindpunt niet lukken en eigenlijk vinden we sowieso een dag varen wel genoeg. We hadden langs de snelweg verschillende reclameborden gezien van Fantasea en op hun site hebben we uiteindelijk onze boottocht geboekt.

Onze tocht bestond uit 1 dag met tussenstops op 3 eilanden om die te verkennen: 3 Island Discovery Cruise. Erg geslaagd mogen we wel zeggen! We vertrekken ’s morgens om half 9 vanuit de haven Shute Harbour (in Airlie Beach). Het was nog redelijk bewolkt die dag, maar het trok snel genoeg weg toen we op ons eerste eiland waren aangekomen: Long Island. Het grootste eiland van de drie die we bezochten. Onze gids gaf ons een paar tips wat we konden doen of zien hier en vertelde ook wat over de geschiedenis van het eiland. Daarna waren we vrij om te gaan en staan waar we wilden. Het was nog erg vroeg, dus ook erg rustig op het strand. Dat voelt echt heel raar, alsof zo’n eiland bijna alleen van jou is. We hebben wat rondgelopen tot we moe werden en een hangmat zagen hangen. Dat eens uitgeprobeerd (ligt best lekker) en daarna op het strand wat gegeten en gedronken.

Rogier in hangmat
De volgende stop was op Daydream Island, het kleinste eiland van de drie de we bezochten. Het eiland is maar 1 kilometer lang! Je zou het zo rond kunnen lopen dus. We hebben wel aardig wat rondgestapt, maar door de hitte zijn we op de terugweg ook een deel met een buggy meegereden (pendelbusjes die op de eilandjes op en af rijden). We mochten ook gebruik maken van de faciliteiten van de resorten op het eiland en dat lieten we ons geen tweede keer zeggen toen we een overheerlijk groot zwembad zagen liggen. En zo hebben we onze tijd op dit eiland gevuld.

Na weer een lekker stuk gevaren te hebben kwamen we aan op het laatste eiland: Hamilton Island, de meest commerciële. Ik had van te voren al gelezen dat dit ook het eiland was waar de meeste activiteiten te doen waren. Ik wilde al een tijd graag op een jetski varen (had ik bedacht onderweg naar Surfer’s Paradise, aangezien Rogier al eens had gesurfd op Hawaii leek het me leuker om iets te doen wat we allebei nog nooit hadden gedaan). Dus wij het eiland over naar het strand waar jetski’s werden verhuurd (voor de hotelgasten overigens gratis). Het is jammer dat er niemand een foto van ons gezicht heeft genomen toen we op het strand aankwamen, want wat waren wij teleurgesteld! Het was hartstikke eb, dus je moest een gigantisch eind lopen voordat je echt in de zee stond.

Strand 's middags op Hamilton Island
Op het bord stond dat je alleen ’s morgens kon jetskiën. Het stomme was dat we op de vorige twee eilanden ook jetski’s konden huren, maar dat we besloten om dat tot het laatste eiland te bewaren. Doodzonde dus. Maar goed, we lieten ons niet uit het veld slaan, we hadden even geen zin om het eiland over te lopen (is ook te groot en veel te heuvelachtig om te beklimmen in de hitte) of in het zwembad te duiken, dus besloten we te gaan snorkelen. Dat kon wel ’s middags. We moesten een flink stuk lopen voordat het een beetje diep werd. Daarna de flippers aan en duikbril op. Ik had nog nooit gesnorkeld, Rogier wel. Ik vond het erg lastig en heb veel zout water binnen gekregen. Adem halen door een pijpje, wie heeft dat nou weer bedacht! Ik heb erg lang zitten/liggen stuntelen in het water voordat ik het aandurfde om boven het koraal te hangen. En ik zag niets! Haha. Ja, uiteindelijk 1 vis gespot (Rogier heeft er meer gezien). En toen had ik er genoeg van. Dit was niet de place to be. Veel te veel mensen die aan het snorkelen waren waardoor het water troebel werd. Toch een aparte ervaring hoor en heb me wel vermaakt. Maar ik weet niet zeker of ik wel wil duiken in Port Douglas… misschien moet ik gewoon nog een keer proberen te snorkelen op een betere plek voordat ik snap wat iedereen er zo geweldig aan vindt.

Om een lang verhaal kort te maken: het was een leuke, gezellige dag. Ons favoriete eiland was nr. 2 (Daydream Island). We hebben af en toe echt het idee gehad (omdat het niet druk was) dat we een eilandje voor onszelf hadden. Nadat we met de boot weer waren aangekomen in Shute Harbour zijn we nog het centrum van Airlie Beach ingereden en hebben daar een hapje gegeten buiten op het terras.

Gegeten bij: Jamaica Joe’s
Overnacht in Ocean View motel in Airlie Beach (met ook echt uitzicht op de Oceaan!)
Afgelegde afstand: 185 kilometer (naar de haven en terug van ons motel)

2 reacties op “Whitsunday Islands (23-11-2007)”


  • VAKANTIE

Van Rockhampton naar Airlie Beach (22-11-2007)

Krokodil op Koorana Crocodile Farm
Vandaag staat eigenlijk weer een flinke rit op het programma, maar voor de afwisseling gaan we eerst even een krokodillenboerderij bezoeken, die in de buurt van Rockhampton ligt: Koorana Crocodile Farm. Na toch stiekem nog een vrij lange rit, komen we ergens via een gravel weg aan bij de boerderij. Dit is officieel de eerste boerderij die door de staat Queensland is toegestaan en is begonnen met maar 3 krokodillen (geen alligators, want die leven niet in Australië, krijgen we later te horen). Inmiddels zitten er ruim 3000 krokodillen, die allemaal gevoed en gefokt worden voor hun leer en hun vlees. Speciaal voor de toeristen hebben ze een rondleiding georganiseerd met een gids die een aantal verhalen en wetenswaardigheden vertelt. Het overgrote deel van de tour bestaat uit een aantal vijvers aan de voorkant van het terrein, waarin een aantal krokodillen zitten. Om ze uit hun vijver te lokken, krijgen ze tijdens elke (toeristen)tour die er gegeven wordt een stuk kippenvlees. Lang niet alle krokodillen blijken vandaag echter honger te hebben, want maar 2 van de 8 nemen echt de moeite om het stuk vlees te komen halen. Jammer genoeg is het hek waarachter de toeristen moeten staan niet zo heel breed en wij hebben vandaag het ‘geluk’ tegelijk met een hele basisschool de tour van de farm te mogen doen, dus uiteindelijk zien en filmen/fotograferen we niet zoveel als we gehoopt hadden. Na bij de laatste vijver vergeefs gestaan te hebben, was de tour min of meer afgelopen en werden we allemaal mee teruggenomen naar de ontvangstruimte/restaurant. Hier bleek de tourgids klaar te staan met een jonge krokodil, die we allemaal even vast mochten houden. Aan de ene kant ben ik er fel op tegen dat ze dit met zulke dieren doen; in het koala park waar we geweest waren, werden de dieren echt uit hun slaap gehaald om maar even met een toerist op de foto te moeten. Hier worden dieren echter gefokt voor hun vlees en huid, dus op de een of andere manier is het vergelijkbaar met het op de foto gaan met een koe bij een boer… Kortom, ik wilde toch wel even voelen hoe zo’n jonge krokodil aanvoelt. Eigenlijk viel het gewicht mij best tegen, het lijkt zo’n klein beestje, maar hij is toch best zwaar. Verder voelt hij heel ruw aan, echt een beetje als leer eigenlijk. Verder heeft zelfs zo’n kleine krokodil ook al een flinke bepantsering in zijn huid zitten en dat voel je ook goed als je hem vast houd (allemaal harde stukken in zijn staart en in zijn nek). Al met al een hele leuke ervaring en een leuke afwisseling voor het lange rijden.
Rogier met een krokodil in zijn handen!
Want de afstand die we daarna af moesten leggen viel niet mee. We moesten zo’n 400 kilometer naar het noorden rijden om bij Airlie Beach in de buurt te komen. Dit ging weer over de gebruiker 1-baans ‘snelweg’, dus we deden er uiteindelijk ruim 6 uur over. Eenmaal in de buurt van Airlie Beach aangekomen, gingen we op zoek naar het hotel wat we geboekt hadden. De straatnaam die we via de email binnen hadden gekregen van de reserveringswebsite Roamfree, bleek echter helemaal niet in Tomtom voor te komen. Aangezien we dit toch wel erg vreemd vonden hebben we uiteindelijk met het motel gebeld om te vragen waar ze nu precies zaten. Dit motel bleek zelfs helemaal niet in Airlie Beach te zijn, maar in het stadje Bowen zo’n 50 kilometer te noorden van Airlie Beach! Beetje jammer dat we dat niet vooraf hadden gezien toen we het motel boekte, want nu moesten we nog weer een half uur verder rijden en moeten we morgen hetzelfde stuk weer terugrijden om met de boot naar de Whitsundays te kunnen.

Gegeten bij: Red Rooster (een kloon van Kentucky Fried Chicken – KFC, en een van de weinig ‘restaurants’ die ’s avonds om 20:00 nog open was; of iig iets wat wij in het donker nog konden vinden in een onbekende stad).
Afgelegde afstand: 599km

1 reacties op “Van Rockhampton naar Airlie Beach (22-11-2007)”