We hadden hoge verwachtingen van de Everglades. Geen idee waarom precies, maar het leek ons machtig mooi zo’n groot moerasgebied met alligators en andere beesten. We hadden gehoord over toffe tochtjes met een airboat. Maar ja, er zijn natuurlijk veel aanbieders, dus welke kies je dan? Toen we gisteren het visitorscenter bezochten werd ons vertelt dat al die airboats niet de Everglades in mochten. Wel was er een speciale boottocht die vanaf Flamingo vertrok (eindpunt van de weg door de Everglades) en dan zou een ranger je van alles vertellen en laten zien. Dat leek ons wel wat.
De eerste tocht vertrok om 10 uur ’s morgens. Dat leek ons een mooie tijd, want dan waren de dieren waarschijnlijk ook nog wel een beetje actief (dan is het nog relatief koel). Geen scheurschuit, maar een platte (soort vlot) boot wachtte op ons. Om een lang verhaal alvast kort te maken: geen alligator gezien tijdens die tocht! Wel wat vogels (maar de ranger reageerde tamelijk traag en dan was ie alweer weg) en wat bomen. Maar ja… waar waren die alligators, schildpadden, dolfijnen, etc? Oké de adelaars vonden we wel interessant, maar die achtervolgden ons eigenlijk al sinds Kennedy Space Center. De boottocht duurde best lang, en zeker de helft van de tijd zaten we op een groot meer binnenin de Everglades, en daar was werkelijk niets te beleven. De ranger viel ons erg tegen, aan de westkust vertelden ze veel meer.
Een beetje gedesillusioneerd stapten we uit in de hitte (het was inmiddels middag). Er waren nog verschillende korte wandelroutes, maar het was gewoonweg te warm. Dus reden we de hele weg weer terug (dat is een weg van ongeveer een uur door de Everglades). Af en toe een slang die wegschoot, dat was dan wel even spannend! Vlakbij het visitorscenter (aan het begin van het park) zit een trail die erg populair is en waar wel alligators schijnen te zijn. We hadden de hoop een beetje opgegeven, maar besloten de wandeling toch te maken. En gelukkig maar! Want we hebben ze gespot hoor! En niet één, maar een heleboel!! Er waren allerlei eilandjes waar ze tussen zwommen, of in de schaduw op het land lagen. We hebben ook een paar grote schildpadden gespot. Zo blij als twee kleine kindjes lieten we het park achter ons.We hadden nog overwogen om alsnog een airboat-tour te doen bij de alligator farm, maar nadat we die trail hadden gedaan, besloten we dat het genoeg was geweest. Op naar de Keys! De eilandjes onder Miami. We zijn gestopt in Key Largo (het eerste grote eiland) en hebben daar een motel gezocht en gevonden. Morgen moeten we doorrijden naar Key West (het laatste eilandje) waar we in Nederland al een motel voor hebben geboekt (het is daar erg lastig om aan een accommodatie te komen, erg gewild). Gegeten bij: een chinees restaurant Overnacht in: Key Largo Gereden afstand: 157 mijl (252 kilometer)
Vandaag stond eigenlijk grotendeels in het teken van autorijden. We zijn vertrokken uit Vero Beach en hadden als eindbestemming Miami bedacht. Of liever gezegd, iets in de buurt van Miami, want we willen morgen een bezoek gaan brengen aan de Everglades (een soort groot moeras-achtig gebied ten westen van Miami). Met behulp van onze hotelkortingsbonnenboekjes (leuk scrabble woord!) kwamen we uit bij de stad Florida City (vlak naast de ingang van de Everglades). Om daar te komen moesten we echter een flink stuk rijden en omdat alleen maar rijden ook zo saai is, besloten we nog een extra tussenstop in te lassen.
Deze extra tussenstop werd Loggerhead Marinelife Center in Juno Beach, een opvang voor gewonde schildpadden (het Pieterburen voor schildpadden). De naam Loggerhead is afkomstig van een bepaald soort schildpad die heel veel voorkomt in de omgeving van Florida. Van deze soort hadden ze er dan natuurlijk ook een paar in de opvang zitten. De opvang bestond (voor toeristen in ieder geval) uit 6 bassins waarin 1 schildpad rond kon zwemmen en een informatiecentrum. De bassins stonden buiten, onder een afdakje en waren niet al te groot. Vooral de grootste soort schildpad (de Leatherback) kon niet meer echt vrijuit rondzwemmen. Maar daarentegen werd er natuurlijk wel heel goed voor hem gezorgd en worden de schildpadden weer vrijgelaten zodra ze op volle sterkte zijn. Bij het zien van die grote schildpadden, moest ik direct weer terugdenken aan mijn bezoek aan Hawaï, waar ik tussen deze leatherbacks in de zee heb kunnen zwemmen! Het blijven hele mooie beesten om te zien.Vanuit Juno Beach zijn we daarna, met een korte tussenstop bij de Subway voor de lunch, doorgereden naar Florida City. Onderweg kwamen we een nieuw verschijnsel tegen, wat we nog niet eerder in Amerika meegemaakt hadden: tolwegen. Nu zijn we vorig jaar nog over de Franse tolwegen gereden, en daar trek je een kaartje waar je de tolweg opkomt en betaal je bij de afslag waar je er vanaf gaat. Dit concept hebben ze in Amerika echter nog niet ontdekt. Hier moet je vooraf voor een bepaald stuk betalen. Op zich geen probleem, alleen kun je dus niet voor het hele stuk in een keer betalen, maar alleen maar tot het volgende tolpoortje. Gevolg is dus dat we op het stuk naar Florida City, 35 mijl aan tolweg hebben gereden en daarvoor 7 keer (!) een losse dollar hebben moeten betalen (en dus hebben moeten stoppen bij een tolpoortje). Erg omslachtig en je moet ook maar net zoveel klein geld bij je hebben. Voor Amerikaanse standaarden vonden wij dit dus nog erg onderontwikkeld. Maar goed, ondanks de vele stoppen, reden de tolwegen wel lekker door en waren we dus halverwege de middag al in Florida City. Na ingecheckt te hebben bij ons motel, zijn we daarom nog maar even naar het visitor center van de Everglades gereden, om alvast wat informatie over het park te verzamelen. Uit de informatie die we daar gehoord en gelezen hebben, hebben we besloten om ’s morgens een boottocht door de Everglades te gaan maken en daarna nog een paar korte wandelroutes te gaan doen. Hopelijk zien we dan in ieder geval ergens de Amerikaanse Crocodile, die daar schijnt te leven.
Goed nieuws voor mensen die niets met Disney of met pretparken hebben: we zijn weer on our way! Het waren vier onwijs leuke, maar erg vermoeiende dagen. We hoorden meerdere ouders in de Disneyparken zeggen: “na deze vakantie hebben we er nog een nodig om bij te komen”. Wij kunnen ons daar nu ook iets bij voorstellen ;-) Zoveel leuks om te doen en te zien: vier dagen zijn er veel te weinig.
Vandaag verlieten we onze fijne villa. Vanaf nu gaan we weer van motel naar motel. Op het programma van vandaag stond: Kennedy Space Center. Dat is een uurtje rijden vanaf Orlando. Toen we onze reis aan het plannen waren, stond er voor deze dag een lancering gepland van een Delta 4-Heavy rocket. We wisten dat het nooit helemaal zeker zou zijn of de lancering doorgaat, maar we besloten het erop te gokken en onze reis er enigszins op aan te passen. Want wie wil er nou geen raket de lucht in zien gaan van heel dichtbij?! Tot ongeveer een week van te voren stond nog steeds de lancering van die ene raket gepland op 9 mei, maar toen werd ie ineens verplaatst naar 9 september (!). Erg jammer, maar niets aan te doen. De volgende lancering is vooralsnog op 31 mei (de Space Shuttle Discovery), maar dan zijn we al weer terug in Nederland.Toch is het Kennedy Space Center ook de moeite waard om te bezoeken als je geen lancering kunt zien. Wat een gigantisch oppervlakte daar zeg. Er werken ook maar liefst 6500 mensen. Als bezoeker krijg je verschillende opties voor tours. We kozen voor de normale tour. Dat betekent dat je op 3 punten gedropt wordt, daar rond kan kijken en dan weer de bus in kan voor de volgende stop. In totaal waren we zo’n 4 uur zoet en ook behoorlijk moe van alle info die we te horen kregen. Wel interessant! En natuurlijk niet heel dicht bij de lanceerplekken geweest, maar toch dicht genoeg om het idee te krijgen dat het hier allemaal gebeurd. We hebben ook wel wat raketten gezien die als expositie waren opgesteld en die zijn echt huge! Er is genoeg te zien en te doen om je een hele dag te vermaken.Eigenlijk hadden we het plan (voordat we aan onze reis begonnen) om meteen van Kennedy Space Center naar Miami te rijden, maar dat bleek iets te optimistisch. Althans, tis best te doen, maar we waren gewoon moe. Dus reden we nog een uurtje en kwamen toen uit in Vero Beach. Niet veel gezien daar, wel even naar de supermarkt geweest voor de nodige inkopen (weer een koelbox). En daarna wilden we wat eten. Onderweg had ik op meerdere bordjes Olive Garden gezien, een Italiaans restaurant. En die zat toevallig ook naast de supermarkt. Het was er ook nog eens erg druk, dus we wilden daar wel een hapje eten. Het bleek echter ontzettend druk! De serveerster vertelde ons dat we een uur moesten wachten, en dat was niet overdreven. Voor het restaurant zaten heel wat mensen rustig te wachten, die ook allemaal erg lang moesten wachten. Maar niemand scheen dat erg te vinden. We werden nieuwsgierig en besloten dat uurtje te wachten en buiten in de schaduw een beetje bij te komen. Toen we uiteindelijk aan tafel mochten was het een uur later. Maar geen spijt, het smaakte inderdaad prima.
1 reacties op “Everglades (11-05-2008, dag 8)”