• WERELD TRIP 2019

Reuze knikkers, ruige zee en cruisen

Te Waikoropupu Springs

Vrijdag 22 februari

Al zoekend naar een volgende locatie kwam ik de Whitecliff Boulders tegen op een website. In Nieuw Zeeland zijn vooral de Mouraki Boulders, die op het strand liggen, heel erg bekend. Dus een andere plek en waarschijnlijk minder toeristen zagen we wel zitten.

Onderweg naar onze bestemming in Paraparaumu besloten we er dus even te gaan kijken. De weg ernaartoe bleek over vele slingerende en uiteindelijk gravel bergweggetjes te gaan waarvan je hoopt dat je geen tegenligger tegenkomt. Gelukkig gebeurde dat niet en konden we genieten van het prachtige uitzicht en de leuke route. Zo nu en dan kwamen we weer een bergje hoger en dan was daar ineens weer een boerderij. Ik blijf me erover verbazen dat er zoveel ruimte tussen de verschillende boerderijen kan zitten en dat je soms, voor je gevoel, op zulke afgelegen plekken bent en dat daar dan toch mensen wonen. Dat maakt me ook nieuwsgierig, hoe zou dat zijn? Wij zijn zo gewend om “even” naar de supermarkt te rijden als we bijvoorbeeld iets vergeten zijn maar dat doe je niet even als de eerste supermarkt al 3 kwartier rijden is. Wij denken al bij gaan wonen in de Biesbosch: maar als de kinderen dan met vriendjes af willen spreken moet je ze altijd brengen. Wat een kwartiertje rijden is. Nee, hier dan… Rijtjeshuizen en vinexwijken met tig dezelfde huizen op een rij ben ik hier nog niet tegen gekomen. Wel nieuwbouwwijken hoor. Maar dan allemaal met eigen kavels en hun eigen, unieke huis erop.

Even terug naar waar ik over aan het schrijven was. De boulders. Na een lange bergweg kwamen we aan bij een hek. Zo een die boeren gebruiken om hun erf af te sluiten. Op het hek een bord met ‘Whitecliff Boulder parking 600 m. Close gate.’ Rogier wist zeker dat hij gewoon de bergweg omhoog moest volgen. Jammer genoeg bleek dat niet de bedoeling en liep het dood. We moesten echt door dat hek heen. En jawel, na een slingerweg naar beneden tussen de schapen door was daar een parkeerplaats. Echt heel grappig want dit was dus gewoon in een weiland. Allemaal onze wandelschoenen aan en op pad. We moesten de oranje pijlen volgen stond er dus dat deden we braaf. Zo werden we langs de kant van het weiland heen geloosd om vervolgens op een weggetjes uit te komen die naar beneden ging. Prachtig uitzicht daar. Over witte kliffen boven een slingerend riviertje en jawel, daar zagen we al 1 boulder liggen. Boulders zijn kogelronde stenen die waarschijnlijk gevormd zijn door kalkzouten die zich rondom een hard object (steen bijvoorbeeld) hebben gevormd. Door erosie zijn ze kogelrond geworden. Je spreekt pas van een boulder als ze een minimale diameter hebben van 25 cm. Degene die hier liggen zouden veel groter moeten zijn. Helaas moeten we concluderen dat de steile weg omlaag geen goed plan is. Rogier kijkt nog even hoe ver het doorloopt maar het is echt een lang stuk. Naar beneden is nooit zo’n probleem maar voor mij en Fabiënne weer omhoog is veel te zwaar. Jammer maar we gaan ze dus niet verder bekijken. Toch was deze wandeling, zo tussen de schapen erg leuk om te doen.

Fabiënne wilde op de weg terug naar de auto nog wel even een schaap aaien. Daar waren de schapen alleen niet zo van gediend dus die maakten zich steeds heel snel uit de voeten. Fabiënne vond het ook wel erg interessant dat er overal schapenpoep lag en ze ook steeds weer een ander schaap zag poepen. Het resulteerde erin dat Fabiënne, terwijl we wegreden de schapen gedag zwaaide en er hard achteraan riep: “ga maar weer lekker poepen schapen!!!”.

Op de weg naar ons nieuwe adres begon het te regenen dus we waren op tijd weer weggegaan. Onze nieuwe AirBNB is een groot huis met 4 slaapkamers en 2 badkamers. En we hebben Netflix. Thuis heeft Rogier een proefabonnementje afgesloten zodat Fabiënne makkelijk filmpjes kan kijken op vakantie. Wanneer er dus ergens Netflix in een huisje is dan kan Fabiënne via de televisie kijken. Dat hebben we wederom geweten.

De dag na onze aankomst hebben we lekker niks gedaan. Beetje bankhangen, blogje schrijven want we lopen natuurlijk hopeloos achter en een beetje in mijn journal werken. Fabiënne vermaakt zich uitstekend. Die kijkt letterlijk de hele dag Despicable Me. Het is grappig hoe dat bij haar werkt. Als ze dan een filmpje heeft wat ze leuk vindt dan kijkt ze het ook achter elkaar. Vandaag dus zeker 8 keer. We hebben het maar even gelaten vandaag.

Zondag 24 februari

Vanmorgen vroeg (lees half 6) ons bed uit want we moesten voor 8 uur inchecken bij de Interislander Ferry in Wellington die ons naar Picton op het Zuider eiland gaat brengen. Gelukkig hadden Rogier en ik gisteren al het eea ingepakt dus nu alleen de laatste dingetjes nog. Wie denkt dat het zielig is om Fabiënne zo vroeg uit bed te halen, haar reactie was als volgt: Gaan we varen vandaag? Met de speeltuin op de boot? Jippie!!! Om vervolgens nog wel even lekker beneden op de bank te gaan liggen uiteraard met “Gru” en de “Nimnions” op de tv (oftewel Despicable Me).

Netjes op tijd vertrekken we bij ons huisje en na zo’n 45 minuten rijden komen we ruim op tijd aan bij de boot. We soezen nog wat terwijl we in de auto in de rij staan de wachten en dan mogen we eindelijk aan boord. Onvoorstelbaar wat er allemaal op zo’n schip kan. Vrachtwagens, campers de hele rataplan gaat er op en wordt, als een soort Tetris voor gevorderden in elkaar geschoven. Omdat het kinderspeeldek nog niet open is gaan we eerst even in de lounge zitten en proberen, tevergeefs, wat te lezen. Fabiënne ziet van alles en wil overal kijken.

Wanneer we eenmaal op weg zijn gaat ook het kinderdek open. Een klein dekje met daarin een mini Monkey Town en een bioscoopzaaltje. (voor de bioscoop moest je overigens $10,- pp betalen dus dat hebben we niet gedaan). Fabiënne vliegt omhoog in het speeltoestel en, je raadt het al, durft vervolgens niet meer naar beneden. Ondanks alle aanwijzingen van papa werd ze steeds verdrietiger en ging steeds harder om papa jammeren. Dus Rogier zijn schoenen uit en ook naar boven…

Later speelt er beneden ook een Nieuw Zeelands meisje, Avalon van 2. Meteen zijn zij en Fabiënne dikke vriendinnen en worden knuffels uitgewisseld. Ja, ze gaf zomaar Jet aan dat meisje!!! Samen met Avalon durft Fabiënne wel in het speeltoestel en zo kunnen papa en mama even rustig zitten.

Papa vind alleen het geschommel van de boot niet zo fijn. Het waren vandaag ‘moderate’ zee condities wat zoveel betekent als gemiddeld. Nu moet je niet denken dat er dan niks gebeurd. Je vaart immers over zee dus een beetje geschommel voel je wel. Rogier is uiteindelijk toch maar even naar boven naar het dek gegaan voor wat frisse lucht terwijl ik beneden bleef (waar het trouwens stervenskoud was!) bij Fabiënne. Na enige tijd kwam Rogier weer terug, met een lekker warm theetje voor mij, en hebben we nog een poosje beneden gezeten. De hele tocht duurt 3 ½ uur dus je bent wel even zoet.

Onderweg was het al gaan regenen dus verder boven op het dek foto’s maken was niet echt meer mogelijk. Ook de tocht vanaf de boot naar ons huisje in Motueka viel ons even zwaar. Het was nog ruim 2 ½ uur rijden naar onze nieuwe bestemming en aangezien we er al een flinke dag op hadden zitten…. De weg ging weer over slingerende weggetjes maar ook langs de zee. Wat een prachtige uitzichten!

Tussendoor zijn we nog even midden in de bossen bij een eetcafeetje gestopt waar we een heerlijke ‘pie’ gegeten hebben. Een pie is hier trouwens niets zoets. Het is een hartige taart met bijvoorbeeld kip en camembert vulling of gehakt en kaas zoiets. Niet gezond, wel lekker, goedkoop en het vult goed.

In de auto hielden Fabiënne en ik het niet wakker. Rogier gelukkig wel en zo kwamen we toch veilig aan in ons huisje in Motueka. Een super leuk stadje (of voor begrippen hier een stad). Ons huisje bevindt zich midden in de stad. De supermarkt zit ongeveer recht tegenover onze straat dus dat was makkelijk boodschappen doen. We zitten in een zogenoemde flat. Dat zijn kleine geschakelde huisjes. De onze is nog niet zo lang geleden gerenoveerd ziet er heel fris uit met lichte en witte tinten. Ook hebben we een klein tuintje en een piepklein carportje waar onze RAV4 met een beetje manoeuvreren en aanwijzingen van mij, net in past. Al met al wel weer een heel leuk plekkie.

Vanavond eerst uitzoeken wat we morgen gaan doen en dan lekker naar bed.

Maandag 25 februari

Vandaag gaan we beginnen met het verkennen van het gebied rondom het Abel Tasman National Park. Tijdens onze vorige reis hebben we dit gebied overgeslagen. Op de een of andere manier hebben we er toen niet goed naar gekeken en trok het ons niet zo. Terwijl hier de mooiste dingen te vinden zijn als we alle foto’s op internet moeten geloven.

We gaan naar de Te Waikoropupu springs. Afgekort de Pupu springs. De weg ernaartoe is weer prachtig. We rijden langs appel-, peren en pruimen-gaarden. Er wordt overal vers fruit langs de weg aangeboden. Ook hier moeten we weer de berg op alleen zijn er delen van de weg weggeslagen dus er is maar een rijbaan open. Er staat een stoplicht en daar staat netjes bij hoe lang je moet wachten tot hij groen wordt. In het slechtste geval sta je hier 12 minuten te wachten. Wij gelukkig maar 5. Ook hier slingeren we weer naar boven en hebben we de mooiste uitzichten over de zee. Na zo’n uurtje rijden zijn we bij de Pupu springs aangekomen. Ook hier borrelt water omhoog van uit de grond alleen is dit dus bronwater en gewoon koud. Net als meerdere water plekken in Nieuw Zeeland is dit water heilig voor de Maori’s. Je mag er dus niet aankomen. En ergens is dat jammer. Het water is namelijk zo ontzettend helder! Het is een paar meter diep maar je kijkt zo op de bodem van het meertje. Het meer is omringt door varens en een soort yucca achtige plant waardoor alles er heel paradijselijk uitziet. We genieten dan ook geruime tijd van dit uitzicht. Er is een soort loop-walk omheen waarbij je in zo’n 20 minuten rondom alle meertjes en stroomversnellinkjes bent gelopen. Erg leuk om gezien te hebben.

Sandra en Peter (van onze vorige blog in Rotorua) zijn hier ook in de buurt. Ze zitten 12 km verder in een klein kustplaatsje. Omdat we het de vorige keer zo gezellig hadden gevonden gaan we vanavond weer naar ze toe. Fabiënne weet dit ‘s morgens al en vraagt steeds maar wanneer we nou naar Jasper gaan. Het zoontje van Sandra en Peter. Eindelijk is het dan zo ver en gaan we erheen. Bij de camping worden we al opgewacht door een vrolijk zwaaiende Mila. Ook Jasper komt meteen naar de auto en gluurt inspannend naar binnen om te zien of hij Fabiënne al ziet. Die 3 zien we even niet meer want ze zitten meteen in de speeltuin. Hoewel Fabiënne het veel over Jasper heeft, speelt ze juist veel met Mila. Mila is als een grote zus voor haar al loopt Fabiënne flink de baas te spelen. 😉

Wij kletsen ondertussen weer gezellig met Sandra en Peter en genieten weer van een gezellige BBQ. Pas om half 10 gaan we, in het pikkedonker, naar huis. Fabiënne zit vol verhalen over hoe leuk ze het heeft gehad en blijft de hele rit naar huis lekker kletsen.

De kans dat we ze nu nog tegen gaan komen is erg klein. Zij hebben nog 2 weken in Nieuw Zeeland en wij 4. Zij reizen dus veel sneller dan wij. We hebben afgesproken elkaar in Nederland weer op te zoeken.

Wanneer we thuis komen gaan we allemaal gelijk naar bed. Morgen op tijd weer op voor ons volgende Abel Tasman avontuur.

Dinsdag 26 februari

Enigszins op tijd komen we uit bed. We gaan namelijk een cruise en walk doen in het Abel Tasman National Park. We rijden naar het plaatsje Kaiteriteri. Een echt kustplaatsje. Daar aangekomen kijken we al uit over de prachtige zee met midden in een bergje dat helemaal groen begroeit is. Heel idyllisch. We melden ons bij een standje van Wilsons om onze e-tickets om te laten zetten in echte tickets en krijgen wat uitleg over de tocht van vandaag. Daarna wachten we op het strand, samen met de andere reizigers, op onze boot. Er vertrekken er hier meerdere dus het is best druk. Onze boot is een gemotoriseerde catamaran. Hij heeft, heel handig, een uitschuifbare loopplank zodat je niet door het water hoeft te waden maar je zo vanaf het strand de boot op kan. Fabiënne vind het allemaal super interessant. Wij hebben een wat langere boottocht gekozen en varen dus anderhalf uur. In die tijd zien we de “split apple rock” een bekende boulder met een diameter van ongeveer 2 ½ meter, we zien pinguïns en zeeleeuwen al laten die laatste zich wat moeilijk zien omdat ze in het water zijn. Fabiënne gaat geregeld samen met ons buiten op de boot staan. Ze vind het maar wat gaaf om de wind door haar haren te voelen gaan. Tussendoor zetten we steeds mensen af op verschillende baaien die vanaf daar een wandeling gaan doen. Wij laten ons afzetten bij de Tonga Quarry om vanaf daar naar Bark Bay te lopen. Een makkelijke wandeling van ruim 4 km. Je loopt van strand naar strand. Dachten we… We moesten namelijk om van het ene strand op het andere strand te komen over een berg heen en dus over bergpaadjes… De eerste twee km was dus klimmen. En ondanks dat Sandra en Peter, die de wandeling ook gedaan hadden, hadden verteld dat ie makkelijk te doen was viel hij mij toch erg tegen. Fabiënne gaf het lopen al heel snel op dus die zat bij Rogier op zijn rug en ik ging verder met de rugzak van 14 kilo… Lang verhaal kort, we zijn boven gekomen. En vanaf daar gelukkig alleen nog maar down hill alhoewel dat wel zwaar is voor je kuiten merk je de dag erna. 😉

Ondanks dat het erg zwaar was was het wel een prachtige wandeling. Tussen de bossen van Abel Tasman die vol zitten met Weka’s (loopvogels) en met prachtige uitzichten op de baai en de azuurblauwe zee.

Bijna beneden eerst nog even over een kleine, wiebelende, swingbridge bij een waterval. Fabiënne vond het gewiebel wel leuk en sprong lekker op en neer op de brug!

Eenmaal beneden op het strand aangekomen hebben we eerst weer even wat gedronken en gegeten terwijl de Weka’s om onze voeten scharrelden. Gelukkig was het vandaag niet zo heet dus wat dat betreft was het te doen om deze wandeling te lopen. Ik ben blij dat het geen 26 graden was. Na de korte break nog even schelpjes zoeken bij het strand. En waar we bij Tonga Quarry, het beginpunt, de mooiste en meest bijzondere schelpen vonden, viel dat hier tegen. Al had Fabiënne toch snel een zakje gevuld met allemaal “mooie” schelpen. De meeste overigens gewoon een soort kokkels.

Na drie kwartier spelen op het strand moesten we toch onze schoenen weer aan om nog een kleine wandeling van zo’n 10 minuten te maken naar het volgende baaitje waar we met de boot weer opgehaald zouden worden. Na een uurtje varen waren we weer terug in Kaiteriteri en konden we verder met de auto naar huis. Omdat we geen zin meer hadden om te koken besloten we de lokale fish-and-chips zaak (of patatzak zoals Fabiënne zegt) uit te proberen. Dat was geen verkeerde keus. Wat een heerlijke visjes! Voor een paar dollar echt lekker gegeten. ’s Avonds niet veel gedaan. Rogier heeft nog een blog geschreven. Ik heb wat gelezen. Morgen doen we lekker een dagje rustig aan. Beetje hier in Motueka winkeltjes kijken en de was doen.

Wist je dat:

  • We tijdens de vorige reis exact dezelfde ferry hadden maar we toen niet wisten dat er een kinderspeeldek was…
  • De reis toen echt wel veel langer duurde. Voor ons gevoel dan.
  • Fabiënne wederom een nieuwe beste vriendin heeft gevonden in het meisje Avalon op de ferry naar Picton?
  • Het begrip ‘beste’ niet helemaal begrepen lijkt te worden door Fabiënne?
  • We hier in Nieuw Zeeland alweer heel veel mooie huizen gezien hebben
  • We daar allemaal foto’s van hebben gemaakt
  • Voor het geval we ooit een huis laten bouwen ofzo…
  • Ze in het huis in Paraparaumu een box hadden staan en Fabiënne hier heel graag in wilde zitten?
  • Er op hetzelfde perceel een bijbehorend huisje stond waarin ook huurders zaten?
  • Wij dit alleen niet wisten?
  • Dat we daar voor alle apparaten de schakelaar om moesten zetten. Dus ook voor de vonkontsteking van het fornuis….
  • Fabiënne de wandeling in Abel Tasman, downhill helemaal zelf heeft gelopen?
  • Dit op sommige stukken best wel steil was?
  • Dat andere wandelaars dit erg leuk vonden om te zien en zij regelmatig een bemoedigend woordje kreeg of een aai over haar bol?
  • Ze een wandelaar die het best omschreven kan worden als een hippie een knappe man vond?
  • Ze bij de vraag waarom ze dat vond antwoorde dat hij goed kon vertellen.
  • Hij haar inderdaad heel vriendelijk had gezegd hoe knap hij het vond dat zij deze wandeling liep.
  • We de Weka’s voor Fabiënne maar gewoon kippen hebben genoemd.
  • We olifantvis gegeten hebben (in de fish-and-chips)?

Nog geen reacties op “Reuze knikkers, ruige zee en cruisen”


  • WERELD TRIP 2019

Tongariro Alpine Crossing

Afdaling naar Emerald Lakes

Rogier moet vandaag vroeg op, om 5 uur al, om de Tongariro Alpine Crossing te lopen. Fabienne en ik blijven een dagje in het huisje en slapen eerst eens lekker uit. Pas om 8 uur is Fabienne wakker.

Ik had haar beloofd om samen naar het Carrot Park te gaan. Een speeltuin iets verderop die volstaat met beelden van groentenpoppetjes. Het kenmerk van de speeltuin is een 10 meter hoge wortel. De speeltuin is gesponsord door ondernemers uit de omgeving wat eigenlijk wel een leuke manier is om zo’n speeltuin te financieren. Ohakune is maar een piepklein plaatsje maar dit levert wel publiciteit op. In de tijd dat we in de speeltuin zijn zien we meerdere auto’s stoppen waarvan de inzittenden met de wortel op de foto gaan.

Fabienne vermaakt zich op alle toestellen al blijft de schommel favoriet. Keihard gilt ze erbij: “Look at meeeeeee!!!” Na een half uurtje is ze het echter alweer zat en lopen we weer naar het huisje. Onderweg zien we nog verschillende mooie bloemen en paardenbloem pluizenbollen die ze probeert weg te blazen. In het huisje doen we lekker rustig aan. Fabienne kijkt wat iPad en ik lees wat. Later nog lekker kleuren en schrijven aan de tafel. Heerlijk zo’n rustig dagje. En ondertussen is Rogier de zware dagwandeling aan het maken…


Om 5 uur ging de wekker, zodat ik een half uurtje had om te ontbijten en mijn tas in te pakken. Daarna in het donker in mijn eentje in de auto naar een parkeerplaats rijden. Deze parkeerplaats ligt aan het einde van de Tongariro Crossing, een lange wandeling tussen vulkanen door. We hadden naar overnachtingen in de buurt van dit eindpunt gezocht, maar dat lukte niet zo best. We hebben daarom geslapen in Ohakune, wat zo’n 45 minuten rijden van de parkeerplaats af ligt. Vanaf de parkeerplaats vertrekt een shuttle om mij naar het startpunt van de wandeling te brengen. De shuttle vertrekt om 7 uur, wat betekent dat ik er rond 6:30 moet zijn, met minimaal 45 minuten rijden erbij moet ik dus uiterlijk om 5:30 in de auto zitten. Dit lukt gelukkig goed en de rit naar de parkeerplaats verloopt ook voorspoedig.

Eenmaal op de parkeerplaats aangekomen, blijken er al redelijk wat auto’s te staan. De weerverwachtingen voor vandaag zijn niet best, veel regen en mogelijk onweer, waardoor de shuttlemaatschappij waarmee ik rij alleen de eerste shuttle van 7:00 laat rijden en de overige shuttles annuleert. Desondanks zijn er dus redelijk wat mensen op de parkeerplaats en al snel hoor ik ook Nederlanders (je vindt ze ook overal!). De shuttle brengt mij in ruim een half uur naar het startpunt van de wandeling. Voordat we de shuttle uit mogen, krijgen we nog wat informatie. De weerverwachtingen zijn inderdaad slecht, de toppen van de vulkanen zullen waarschijnlijk de hele dag in de wolken zitten en in de middag wordt zware regen en onweer voorspelt. Het dringende advies is dan ook om ‘een beetje door te lopen’.

De wandeling is in totaal 19,4 kilometer lang, waarbij je begint op 1120 meter hoogte, dan klimt tot 1868 meter (748 meter omhoog!) om daarna af te dalen tot 760 meter hoogte (1108 meter omlaag!). De eerste 4 kilometer begint redelijk vlak en is een leuke opwarmer. Het is even wennen om in mijn eentje te lopen en ik merk dat ik stevig doorstap. Al lopend merk ik ook dat ik veel te warm gekleed ben. Vanwege de miezerregen bij de parkeerplaats had ik mijn regenbroek alvast aangetrokken over mijn wandelbroek heen. Die gaat bij kilometer 2 dus weer uit. Ook mijn jas en vest gaan uit voordat ik bij kilometerpaal 4 ben, veel te warm. Ik zie zelfs mensen in korte broeken lopen en achteraf had ik die ook graag gehad, maar ja, dan moet je niet zo dom zijn om je afritsbroek thuis te laten liggen! 😉

Vanaf kilometerpaal 4 wordt het echt menens, vanaf dat punt begint namelijk een steile klim omhoog. We gaan van 1400 meter omhoog naar 1600 meter over een afstand van 2 kilometer, ook wel bekend als de Devil’s Staircase. Dat betekent slingerende paden omhoog, over zwarte lava stenen met diepe afgronden en een prachtig uitzicht op het pad waarover we zijn komen aanlopen. Eenmaal boven kom je op een soort plateua uit, South Crater. Hier zie ik wolken aan komen waaien en bergen verdwijnen in deze wolken. Op dat punt had ik nog niet door dat de berg die ik net zie verdwijnen precies de berg is waar ik nog overheen moet!

Deze berg blijkt de Red Crater te zijn, echter heb ik hier niets van meegekregen, want de wolken waren zo dik dat ik amper het volgende wegwijzer paaltje kon zien, wat toch echt elke 50 meter staat. De rode kleur heb ik dus ook niet gezien, bij mij was alles bijna zwart/wit, de stenen waren zwart en de wolken die erboven en ernaast hingen spierwit. Een mooi contrast! Bij de weerverwachtingen werd ook steevast een windsnelheid opgegeven. Bij het lopen van dit stuk (wat je bijna een richel kunt noemen), snapte ik opeens waarom. Er stond nu maar een mattige wind, maar als dit harder zou zijn, moet je echt goed op gaan letten dat je niet van de richel afgeblazen wordt.

Eenmaal bovenaan stond ik opeens op het hoogste punt en dat betekent maar een ding: afdalen! En dat ging meteen heel hard. Over losse stenen en een soort mul zand gleden ik en de andere mensen naar beneden. Sommige probeerden een soort van te rennen, anderen gingen bijna zittend naar beneden. Halverwege de afdaling klaarde het opeens even kort op en zagen we opeens de Emerald Lakes! Wat een prachtige kleuren waren die meren: blauw en een soort van groen/geel. Nog voordat ik daadwerkelijk bij die meren aangekomen was, trok een volgende wolk al weer over het pad en was het zicht een heel stuk minder.

Vanaf hier ging het pad nagenoeg alleen nog maar naar beneden. Ik ben schijnbaar nog langs een groot blauw meer gelopen, maar daar heb ik werkelijk niets van gezien. Daarna zigzagde de weg naar beneden. Tijdens de weg naar beneden merkte ik duidelijk dat de omgeving steeds groener begon te worden en dat er verschillende soorten planten groeiden. Het eerste stuk van de afdaling ging over paden die enigszins steil naar beneden liepen, deze waren goed te doen. Na een tijdje ging dit echter steeds vaker over in een soort houten trappen waarvan de treden opgevuld waren met puin. Deze treden waren echter zo ondiep dat mijn wandelschoen hier niet recht op kon staan. Daarnaast waren deze treden niet zover gevuld dat ze echt vlak waren, waardoor ik elke stap mijn voet in een rare houding neerzette. Op een gegeven moment begon ik dit dan ook goed te voelen. Mijn rechterknie begon te protesteren en wilde niet zo makkelijk meer buigen. Het tempo zakte daardoor naar beneden en de laatste 3 kilometer leken opeens tergend langzaam te gaan.

De laatste 2 kilometer gingen bijna niet over een berg, maar meer door een bos. Overal kleine bomen en slingerende paadjes, die nog steeds wel flink steil naar beneden gingen. Het werd hierdoor erg moeilijk in te schatten waar je nu precies uit ging komen en hoever het nog was. Maar uiteindelijk stond ik dan ‘opeens’ bij het eindpunt van de track. Hier stonden een aantal busjes geparkeerd en een aantal mensen zaten hier te wachten. Ik moest echter nog een kleine kilometer langs een stoffige weg doorlopen om uiteindelijk bij de parkeerplaats van mijn auto te komen. Dat laatste stukje vond ik wel jammer. Het was voor het mooie net te ver en vooral al dat stof als er een bus langsreed gaf een vies gevoel.

Maar eenmaal bij de parkeerplaats zag ik dezelfde Nederlanders weer die ik die ochtend ook tegen was gekomen. Ze bleken ook net klaar te zijn en bleven nog even zitten voor een biertje voordat ze weer in de auto stapten. Na een kort praatje kwamen we erachter dat we de hele route in een snelle tijd hadden afgelegd. Officieel staat er 6 tot 8 uur voor deze wandeling; wij hadden van start tot aan de auto (dus nog bijna een kilometer extra) in 5,5 uur afgelegd! Volgens mijn smartwatch heb ik die dag 30866 stappen gezet, oftewel 24,1 kilometer gelopen en heb ik een hoogte overbrugt vergelijkbaar met 219 etage trappenlopen. Pfff, het is maar goed dat ik dat niet van te voren had bedacht. 😊

Maar terugkijkend vond ik het echt een hele mooie wandeling. Het had waarschijnlijk nog net iets mooier geweest als het niet zo bewolkt was geweest, maar eigenlijk gaat die hele wandeling niet eens persé om de mooie uitzichten, maar veel meer om de prestatie. Ik kan dan nu ook met trots zeggen dat ik een van de top 5 eendaagse bergwandelingen van de wereld heb gedaan.

Nog geen reacties op “Tongariro Alpine Crossing”


  • WERELD TRIP 2019

Modderpoelen, kabelbanen en watervallen

Wai-O-Tapu Terrace boardwalk

Afgelopen maandag zijn we naar het geo-thermal wunderland Wai-O-Tapu geweest. Dit is een verzameling zwavelmeren, kokende modderpoelen en een geiser. We zijn hier de vorige keer dat we in Nieuw Zeeland waren ook al naartoe gegaan. We vonden het toen zo gaaf, dat we dit graag nog een keer wilden zien. We wisten van de vorige keer nog dat de geiser niet erg spectaculair was (hij wordt opgewekt door zeep in het water te gooien) en dat hij heel erg druk bezocht was. We hebben er daarom voor gekozen om de geiser over te slaan en zijn direct het park ingelopen. Hierdoor was het de eerste anderhalf uur nog heerlijk rustig in het park en hebben we overal goed kunnen kijken en foto’s kunnen maken. De kleuren van het water blijven onwerkelijk, van fel groen naar donker rood, allemaal veroorzaakt door chemische stoffen die met het hete water mee omhoog komen. Het water is hier zo heet omdat die gebied precies op een breuklijn ligt en heet lava dus relatief dicht bij de oppervlakte komt. Er zijn niet voor niets meer dan 160 vulkanen in Nieuw Zeeland!

Op dinsdag zijn we eerst naar de Buried Village of Te Wairoa gereden. Dit is eigenlijk een archeologische vindplaats waar restanten van een dorp zijn opgegraven dat in 1886 bedolven werd door een laag modder van 1,5 meter dat door een vulkaanuitbarsting de lucht in is geblazen. Enkele mensen hebben dit destijds overleefd, waardoor er redelijk veel over deze gebeurtenis bekend is. Het verhaal is heel indrukwekkend in een klein museum uiteen gezet en ook de reconstructies van de omgeving zijn erg mooi. Er schijnen vroeger waterterrassen (The Pink and White Terraces) tegen een heuvel op geweest te zijn, een beetje vergelijkbaar met de rijstvelden in Azië maar dan van steen, daar is nu jammer genoeg niets meer van te zien. Na het museum kun je rondlopen op het terrein waar het dorpje heeft gestaan. Fabiënne vond vooral de oude werkende waterpomp interessant, maar verder zie je eigenlijk niet meer dan een aantal funderingen/muurtjes van wat ooit gebouwen geweest moeten zijn. We vonden het riviertje achterop het terrein eigenlijk interessanter dan de zichtbare restanten.

Na een lunch in de Buried Village zijn we doorgereden naar de Skyline gondola van Rotorua. Met deze kabelbaan kun je een eindje omhoog tegen een van de heuvels rondom het meer, waardoor je een mooi uitzicht hebt op Rotorua en de omgeving. Bovenop deze vrij steile heuvel hebben ze dan ook nog een rodelbaan gemaakt. Deze hebben ze in 3 gradaties opgedeeld, waarbij ik met Fabiënne de scenic-route heb gedaan. Ik was nog even bang dat Fabiënne het spannend zou vinden, maar voor Fabiënne kon het niet hard genoeg naar beneden gaan! Onderaan de rodelbaan (zo’n beetje halverwege de heuvel) konden we weer terug naar de top met een stoeltjeslift. Ook dit vond Fabiënne geweldig, ondanks de flinke hoogte waarboven onze benen hingen te bungelen. Van bovenaf zijn we daarna weer met een gondel naar beneden gegaan en teruggereden naar ons huisje in Rotorua.

Donderdag hebben we alle spullen weer in de auto geladen om richting het plaatsje Ohakune te rijden. Voordat we Rotorua uit waren, zijn we eerst nog gaan kijken bij de Government Gardens. Dit stuk grond werd in 1880 door de Maori bevolking geschonken aan de kroon. Er is een heel mooie tuin is aangelegd met daarin een geothermisch badhuis en diverse velden voor o.a. bowls, golf en petanque (jue de boules). Zelfs met de huidige droogte ziet het er nog erg mooi uit. Angelica heeft ook eindelijk een goede foto kunnen maken van wat zij noemt de ‘omgekeerde kerstboom’.

Vanuit Rotorua zijn we eerst naar de Huka Falls gereden. Een stuk waar heel veel water door een smal ravijntje wordt geperst. Hierdoor ontstaat een heel sterke stroomversnelling met aan het einde een waterval. In de aanloop naar de stroomversnelling staan 4 waterkrachtcentrales opgesteld om het gebied hier omheen te voorzien van stroom. Over het ravijn is een wandelbrug gemaakt, waardoor je boven dit natuurgeweld kunt staan. Erg indrukwekkend! Vanaf de Huka Falls zijn we naar Ohakune gereden, zodat ik morgen de Tongariro Crossing kan gaan lopen. Een wandeling van 19,5 kilometer, dus op tijd naar bed!

Wist je dat:

  • Fabiënne het grootste stuk in Wai-o-Tapu heeft gelopen (een heel rondje is zo’n 5 kilometer)?
  • Maar het laatste half uurtje toch nog in de draagzak heeft gezeten?
  • Dit voor zowel Rogier als Fabiënne een zweterige bedoening werd?
  • We bijna Jet (Fabiënne haar favoriete knuffel) daar hebben achtergelaten?
  • Fabiënne de zwavelmeren zo vond stinken dat we maar snel door moesten lopen?
  • De kabelbaan leek op een ritje in de helikopter volgens Fabiënne? (want ook hiermee ‘vlieg’ je boven de bomen)
  • Alles redelijk dor-en-droog is op dit moment in Nieuw Zeeland?
  • Desondanks bijna niemand zijn tuin lijkt te sproeien?
  • We in de laatste supermarkt toch weer gezwicht zijn voor de dropjes met chocolade erin die we de vorige keer zo lekker vonden?
  • We deze dropjes nog steeds te lekker en te verslavend vinden?

2 reacties op “Modderpoelen, kabelbanen en watervallen”