• VAKANTIE

De Grote Muur

Vandaag is het dan eindelijk zo ver, we gaan één van de zeven wereldwonderen bezoeken: De Grote Muur (door veel mensen in Nederland ook wel De Chinese Muur genoemd)! We zijn ’s-morgens om 8:00 vertrokken met de bus naar een stukje van de muur dat Mutianyu heet. Dit is een 3 kilometer lang stuk dat toegankelijk is voor het publiek, maar niet de meest populaire locatie is, omdat het wat verder rijden van Beijing is. De muur is in totaal ruim 6000 kilometer lang (!!!), maar maar enkele kilometers zijn toegankelijk voor het publiek. Hierdoor zijn sommige stukken dus erg populair en kan het zelfs volgens onze Chinese gids “very crowded” (erg druk) worden op sommige stukken; en als een Chinees het druk noemt, dan vinden wij het hoogst waarschijnlijk niet leuk meer! We kiezen dus express voor een wat rustiger stuk.

De Chinese Muur bij Mutianyu (in de buurt van Beijing)

De busreis duurde ongeveer een uurtje vanaf ons hotel (viel erg mee dus) en toen stonden we onderaan bij de ingang (De Muur is natuurlijk een monument, dus moet je toegang betalen). We konden kiezen of we met de trap omhoog gingen, of met de kabelbaan. De kosten voor de kabelbaan waren voor eigen rekening en aangezien het grootste deel van de groep de trappen nam, ben ik daar ook gezellig mee meegelopen. Het pad liep volledig onder bomen door, waardoor het lekker koel was, maar er ook nog niets van de muur te zien was. Gelukkig waren we binnen een half uurtje boven en stonden we opeens midden bovenop de Grote Muur! Ondanks dat het een beetje mistig was in de bergen rondom de muur, was het uitzicht erg mooi en kon je goed zien hoe de muur van bergkam naar bergkam liep en zo een afscheiding tot aan de horizon creëert. Echt erg indrukwekkend, vooral als je bedenkt hoeveel werk het moet zijn geweest om dit te bouwen en zelfs al om dit te bewaken (want daar diende de muur in eerste instantie voor, om aanvallen van de barbaren af te slaan). Samen met een groepje hebben we een redelijk stuk van de 3 kilometer afgelopen tot we niet verder meer mochten. Vanaf daar zijn we ook nog even van het uitgezette pad afgeweken om een paar voetstappen op het aller oudste deel van de muur te zetten (delen zijn op verschillende momenten gebouwd en sommige zijn ook nog gerestaureerd). Vanaf daar had je wederom een prachtig uitzicht op de gigantische muur. Deze tekst doet het eigenlijk geen eer aan, en ik ben bang dat zelfs de foto’s het beeld niet helemaal over kunnen brengen dat ik nu voortaan in mijn hoofd heb.

Nadat we bijna 2 uur op de muur hebben rondgelopen, was het tijd om terug te gaan naar de bus. Dit kon natuurlijk weer met de trap of kabelbaan, maar er was ook nog een leukere, commerciëlere manier: een rodelbaan. Volgens de Chinesen is dit de langste rodelbaan ter wereld. Geen idee of het klopt, maar ik vond hem in ieder geval erg leuk! Ik ben een heel lang stuk op volle snelheid naar beneden geraced, totdat iemand vanaf de kant begon te gillen “slow down” en ik door de bocht heen iemand stil zag staan. Dit was vlak voor het einde, dus van het langste stuk heb ik kunnen genieten.

Eenmaal terug op de parkeerplaats zijn we met de bus doorgereden naar een restaurant om te lunchen. Bij dit restaurant zat ook een fabriekje waar ze op traditionele manier Chinese vazen maakten. Natuurlijk ‘moesten’ we ook daar weer even rondkijken om onze gids wat extra provisie te laten verdienen. Het maken van een vaas was een erg bewerkelijk proces: binnenkant van ijzeren delen aan elkaar solderen, daarna beleggen met ijzerdraad om tekeningen uit te zetten, tussen de ijzerdraden opvullen met gekleurde klei, dit afbakken, de vaas polijsten en de uitstekende ijzerdraden wegwerken en daarna nog eventueel een laagje echt goud aanbrengen om accenten in de tekeningen aan te brengen. Je kan je dus wel voorstellen dat de prijs van een vaasje zelfs voor ons ‘rijke’ toeristen aardig hoog was. Volgens mij heeft niemand uiteindelijk iets gekocht, maar we hebben daarna wel lekker gegeten in het restaurant op dezelfde parkeerplaats.

Vanaf het restaurant zijn we doorgereden naar de Hútòng-wijk van Beijing. Dit is de oudste wijk van Beijing en voor een groot deel alleen toegankelijk met een riksja (een fietstaxi, waar 2 passagiers in kunnen). De wijk bestaat uit huizen die al meer dan honderd jaar oud zijn. Geen enkel huis in de wijk heeft een eigen toilet of douche, deze bevinden zich in wasruimten op straat. Alle straatjes zijn erg smal, de smalste zou zelfs maar 40 centimeter breed zijn! Voor ons komt dit over als een sloppenwijk, maar dat is het eigenlijk niet. Er wonen zelfs erg rijke Chinesen in deze wijk. Voor veel van hen is dit de enige manier om een beetje in het centrum van Beijing te kunnen wonen en voor anderen gaat het juist meer om de gemeenschap, want het komt wel echt over als een volksbuurt. Tijdens onze 1,5 uur durende rondrit zijn we gestopt bij een lokale markt, waar echt van alles verkocht werd: natuurlijk standaard groente en fruit, maar ook veel vlees (meestal ter plaatse voor je geslacht!). Eigenlijk de lokale supermarkt voor de Hútòng. Verder zijn we ook nog bij een familie in huis wezen kijken. Het hele huis was opgedeeld in een aantal kleine gebouwen, waar net als in Tibet, verschillende generaties wonen. De ligging van de kamers bepaalde wie daar sliepen, zo slapen de grootouders altijd in het noorden, want die zijn de toekomst. Vanaf het huisje van de familie zijn we doorgelopen naar de Drum Tower. In vroegere tijden fungeerde deze toren als een soort kerkklok die elke 2 uur de tijd aangaf via, je raadt het vast al, drumslagen. Nu worden er meerdere keren per dag nog drum ceremonies opgevoerd, voornamelijk voor de toeristen. Wij waren precies op tijd om zo’n ceremonie bij te wonen, en dat klonk erg indrukwekkend met de enorme drums die ze daar hadden staan!

Drumtoren in de Hutong-wijk van Beijing

Vanaf de Drum Tower zijn we met de bus naar het hotel gebracht en daar vandaan zijn we met de taxi naar het restaurant/bar The Tree gegaan. Hier hebben ze veel verschillende Europese biertjes en daarbij ook nog eens pizza! Dat ging er bij iedereen goed in. Van daaruit zijn we ook nog even het nachtleven van Beijing in gegaan (Temple Bar street). We kwamen uiteindelijk terecht in een kroeg met live muziek, een coverband die zowel Chinese als Engelse nummers speelde. Bij de Engelse nummers die we kenden hebben we met 8 reisgenoten ongegeneerd mee zit blairen, terwijl het bij de Chinese nummers verdacht stil bleef. ;-) Een gezellig avondje uit, dat door grote vermoeidheid van iedereen (inclusief mijzelf) al om 0:30 eindigde.

Nog geen reacties op “De Grote Muur”


  • VAKANTIE

Aankomst Beijing

De treinreis ging eigenlijk erg soepel. Ik heb gisteravond even mee staan kijken bij een kaartspelletje “tjoepen” en daarna nog even mijn boek Schijnbeweging van Harlan Coben uitgelezen. Daarna ben ik lekker in slaap gewiegd door het deinen van de trein en vanmorgen werd ik rond 6:30 wakker toen een van mijn cabine-genoten zijn bakje koffie kreeg bezorgd. Stipt om 7:15 stonden we op het station Beijing West. Onze lokale gids Sandy was er ook al en bracht ons binnen een uurtje naar het Yong An Hotel, waar wij de komende 3 nachten blijven slapen. In het hotel mochten we nog even ontbijten en douchen, voordat we rond 10:00 aan onze eerste excursie begonnen.

Hall of Prayer for Good Harvest in Temple of Heaven Park

De eerste excursie was naar het Temple of Heaven Park (oftewel het park van de hemel). Dit is een enorm park (267 hectare!), wat midden in de enorme stad Beijing ligt. Zeg maar het Central Park (New York) van Beijing. Natuurlijk heeft dit Chinese park ook een culture betekenis, er staat namelijk een grote tempel: de Hall of Prayer for Good Harvest. Dit is een volledig uit hout opgebouwde ronde toren van 38 meter hoog, waarin 3 ronde daken (umbrella’s) zijn verwerkt. Als je bedenkt dat dit gebouw al in 1420 is gebouwd, moet dat een heel karwei zijn geweest. Naast deze tempel is er ook nog een soort open auditorium van steen, de Round Altar, waar tot de goden gebeden werd voor een goede oogst. Overal in dit altaar komt het getal 9 terug, in het aantal stenen om het midden van het altaar, in het aantal traptreden enz. Negen wordt namelijk als een goddelijk getal beschouwd in China. Naast al deze culturele hoogtepunten gebruiken veel Chinesen het enorme park er omheen ook gewoon daadwerkelijk als park; er wordt Mahjongg gespeeld in het gras, ze oefenen verschillende dans/vechtsporten en er stond een zangkoor te oefenen met een band. Kortom, als toerist genoeg om naar te kijken!

Vanuit het park van de Hemel, zijn we doorgereden naar het plein van de Hemelse Vrede (in Chinees het Tiãn’ãnmén Guangchang). Dit plein staat bij veel mensen bekend om de protesterende studenten die in 1989 door tanks werden overreden, maar het blijkt ook wereldwijd het grootste plein (in een stad) te zijn. Om op dit plein te mogen komen, moet je eerst door een scanner en een bagage-controle, net als op een vliegveld. Waar ze naar kijken is mij een raadsel, want meer dan een enorm groot plein is het niet. Aan de andere kant is het wel de ideale plaats voor een aanslag, want het is echt enorm druk op het plein. Naast handelaren en veel toeristen, komen er ook nog gewoon Chinesen die even naar het portret van Mao komen kijken.

poort van de Hemelse Vrede

Vanaf het plein zijn we via de poort van de Hemelse Vrede naar de Verboden Stad gelopen. Mijn voorstellingen bij deze Verboden Stad waren ‘iets’ aan de kleine kant, want dit complex is werkelijk enorm! Het werd lange tijd gebruikt door de keizers van China als vestigingsplaats. Hiervoor hebben ze binnen de muren van deze stad een kleine 50 gebouwen staan, van tempels tot vergaderzalen en kleine paleizen. We hadden maar 3 uur de tijd om alles te bezichtigen en dat was weer veel te weinig. Deze tijd hadden we al nodig om van voor naar achteren door de stad te lopen en dan alleen alle gebouwen te bekijken die in een rechte lijn tussen deze 2 punten stonden! Het was wederom erg indrukwekkend, maar ook erg vermoeiend. Na ruim 2 uur rondgelopen te hebben, neem je niet veel informatie meer op (terwijl onze gids onverstoord verder praatte!). Maar ik had het zeker niet willen missen!

Gelukkig stond de bus redelijk dicht bij de achter uitgang voor ons klaar en werden we weer even naar het hotel gebracht voor een opfris beurt. Daarna zijn we met de hele groep uit eten gegaan om de verjaardag van Bas te vieren. Het plan was in eerste instantie om naar een Chinees restaurant te gaan wat onze reisleider kende, maar eenmaal ter plaatse aangekomen met taxi’s, bleek het restaurant niet meer te bestaan en het nieuwe restaurant dat er zat had niet genoeg plek voor een groep van 18 mensen. De Black Sun Bar even verderop bleek wel genoeg plaats te hebben, en daar heb ik mij heerlijk volgegeten met een cheeseburger (en anderen hadden zelfs een pizza). Niet erg Chinees, maar samen met een lokaal biertje (Tsing Tao) wel een heerlijke maaltijd!

Nog geen reacties op “Aankomst Beijing”


  • VAKANTIE

Stadsmuur en mausoleum

Rogier fietst op de stadsmuur van Xi'an

Vanmorgen zijn we om 8:00 begonnen. We vertrokken toen met de bus naar de 13,7 kilometer lange stadsmuur van Xi’an. Deze stadsmuur is een groot vierkant met in het midden van elk stuk een stadspoort, met daarboven een tempel. Bovenop deze stadsmuur kun je fietsen huren, zodat je het volledige stuk kunt bezichtigen. Dit hebben wij met 12 mensen uit de groep gedaan (de overige 5 waren ziek of iig te zwak om te gaan fietsen). De fietsen stelden natuurlijk niet veel voor: een rammelende, roestige, versnellingsloze fiets met open kettingkast en een ijzeren mandje achterop. Maar dit was wel genoeg om de tocht te maken. Vol goede moed vertrokken we, al stuiterend over de vierkant en rechthoekige stenen waar de ongeveer 10 meter brede stadsmuur uit bestaat. Eerst stopten we nog regelmatig om van het uitzicht te genieten en foto’s te maken, maar toen kregen we door dat de rit hierdoor wel erg lang ging duren. We hadden die fietsen voor maximaal 90 minuten en dit bleek nog aardig krap. Samen met een groepje van 4 anderen zijn we vanaf de helft van de muur aan een stuk doorgefietst, waardoor we na 75 minuten rond waren. Onderweg zijn we ook nog een keer nat gespetterd door de eerste echte bui die ik in China heb meegemaakt (terwijl ik buiten was). De temperatuur bleef rond de 20 graden hangen, waardoor we ook snel weer opgedroogd waren.

Met een beetje zadelpijn stapten we rond 10:00 allemaal weer in de bus, om ons even op te frissen in het hotel. De warme douche voelde erg goed en al snel was het 11:45, tijd om uit te checken. De koffers werden ingezameld om met een vrachtwagentje alvast naar het station gebracht te worden. Wij gingen met de bus eerst nog naar een mausoleum; een museum met allerlei opgravingen langs een rivier.

Opgegraven beelden zonder (houten) armen

Het Hanyangling museum bevat het graf van keizer Jingdi en leek eigenlijk veel op de opgravingen van het Terra-Cotta leger. Alleen was het mausoleum bijna helemaal ondergronds, waardoor het een aparte sfeer kreeg. Daarnaast hadden alle opgegraven figuren geen armen meer, doordat deze armen gemaakt waren van hout (en dat vergaat natuurlijk als het honderden jaren onder de grond verborgen ligt). Na nog een aardig projectiefilmpje tussen oude opgegraven voorwerpen, bevonden wij ons al weer buiten en was het tijd om naar het station te vertrekken om onze nachttrein naar Beijing te nemen. Het was enorm druk op het station naar Beijing, zelfs in de speciale lounge voor mensen van de softsleeper-section waar wij zaten (terwijl dit toch het duurste deel van de trein is). Met een hoop geduw en getrek kwamen we uiteindelijk bij onze wagon aan en konden we weer beginnen met het opbergen van alle koffers en tassen. Daarna zijn we snel naar bed gegaan, want morgenochtend om 7:15 komen we al aan in Beijing!

Nog geen reacties op “Stadsmuur en mausoleum”