Geplaatst op Thursday 5 September 2013 door rogier
Rim-fire or not? Dat was de vraag van vanochtend! Al sinds wij vertrokken naar Amerika blijken er hevige branden te woeden in de Verenigde Staten. Een van de grootste branden woedt in het National Park waar wij vandaag naar toe gaan: Yosemite.
Via de website van Yosemite wordt voor actuele informatie over de rim-fire doorverwezen naar de Incident Information Website over dit incident. Hierop stond vanmorgen dat het vuur voor 75% ‘contained’ was en dat het grootste deel van het park open is voor bezoekers.
Wij zijn vanuit Fresno dus met onze huurauto naar Yosemite gereden over highway 41. Hiermee kwamen wij vanuit het zuiden het park binnen, terwijl het vuur in het noorden woedt. De weg het park in gaat via een kronkelende bergweg omhoog, van onder de 1000 feet naar meer dan 4000 feet (meer dan 2000 meter) hoogte. Leuk rijden, maar wel goed opletten met alle haarspeldbochten!
Het eerste punt waar wij naar toe zijn gereden was Glacier Point. Wat ons betreft meteen het mooiste punt van het park. Je kijkt namelijk vanaf een hoge bergwand uit op een vallei die door een gletsjer is uitgeslepen en aan de overkant een enorme berg. Deze vallei heet dan ook Yosemite Valley. Het uitzicht is werkelijk prachtig, met een paar watervallen, de enorme bomen en de blauwe lucht er boven. Dit is echt het mooiste stukje natuur van Amerika, vind ik.
Na Glacier Point zijn we doorgereden naar de vallei. Best een stukje rijden, aangezien je de hele weg weer terug naar beneden moet. Maar na ruim 45 minuten stonden we dan in de vallei en zijn we op zoek gegaan naar een restaurant om iets te eten. Deze vonden we in Yosemite Village. Dit is een heel klein dorpje speciaal opgericht voor de campinggasten van het park. Er zit dus een supermarkt, postkantoor en campingwinkel. Daarnaast ook een klein restaurant voor de mensen die niet zelf willen koken (of dit niet durven met alle beer-waarschuwingsborden in het park). Op het terras van dit restaurantje hebben wij een hamburger en een quesadilla gegeten. De grap daarbij was dat je tijdens het eten belaagd werd door de bekende squirrels; die lusten schijnbaar meer dan alleen nootjes en zijn alles behalve schuw!
Vanuit de village zijn we weer richting de uitgang van het park gereden, met onderweg natuurlijk de nodige stops voor een paar foto’s en filmpjes. We verlieten het park niet via dezelfde uitgang als waar we binnen kwamen (highway 41), omdat we doorrijden naar Modesto. We namen nu dus de uitgang van highway 140. De meest noordelijke uitgang die nog open was vanwege de brand. Ik had stiekem de hoop nog wel iets van de rim-fire te kunnen zien, al waren het maar de rookwolken, maar zelfs die hebben wij niet gezien. Alle brandhaarden bevinden zich in een uitgestrekt gebied ten noorden van de populaire attracties en vormen op dit moment geen enkel gevaar meer voor ons toeristen.
Vanuit Modesto vertrekken wij morgen naar San Francisco, om daar maandag weer vandaan terug te vliegen naar Nederland. Hiermee was Yosemite dus ook het laatste National Park dat wij bezocht hebben in de VS; nog een paar dagen in een grote stad en dan is onze honeymoon al weer voorbij…
Geplaatst op Wednesday 4 September 2013 door angelica
Vandaag was het dan eindelijk zover! Op naar Sequioa NP om de mammoet bomen te zien die alleen in dit deel van de wereld voorkomen. Ze staan in meer NP in dit gebied maar in Sequioa NP staan de meeste en de grootste.
De weg er naartoe was, afgezien van het eerste stuk snelweg bij Fresno, heel erg mooi. Veel haarspeldbochtjes terwijl wij ons een weg omhoog baande. Onderweg kwamen we veel limoenkwekerijen tegen, natuurlijk voorzien van mooie boerderijen. Overal stonden stalletjes waar je vers fruit kon kopen. Opvallend om te zien dat dit een erg groene omgeving was in tegenstelling tot de droge zoutvlaktes in Death Valley gisteren.
Bij het park aangekomen stonden er al direct bij de ingang de eerste sequoias. Ik vond ze gigantisch! Nog niet eens zozeer de hoogte, alle bomen in het park zijn erg hoog, maar vooral de omtrek is heel groot. Later zou trouwens blijken dat dit niet eens de grootste bomen waren.
De sequioa is steenrood van kleur en heeft een opvallend dikke, vezelige bast. Je zou misschien een heel bos met alleen deze bomen verwachten maar dat is niet waar. Ze staan tussen de gewone bomen in. Door de kleur en dikte van de stam vallen ze wel erg goed op, je pikt ze er zo tussen uit.
Grappig weetje: toen Sequioa NP net een NP was wilden de rangers koste wat het kost bosbranden voorkomen om te zorgen dat de sequioas veilig bleven. Later bleek echter dat sequioas juist bosbranden nodig hebben om te kunnen groeien. Ze hebben namelijk oppervlakkige maar erg lange wortels. Door de bosbrand verbranden alle, voor de sequoia verstikkende, bodembedekkers waardoor de sequioa weer voeding krijgt. Hij groeit zelfs de eerste jaren na een brand sneller dan in de jaren daarna wanneer de bodem weer bedekt is. Nu laten de rangers dus regelmatig bepaalde gebieden gecontroleerd branden om de sequioa de mogelijkheid te geven om te groeien.
In het park zijn diverse trails te lopen en dingen te zien. Wij zijn eerst naar de ‘Auto Log’ gereden. Een sequoia die begin 1900 is omgevallen en waar vroeger auto’s op geparkeerd werden om foto’s te kunnen maken. Dat laatste kan nu niet meer maar je kan er nog steeds overheen lopen. Met een doorsnede van zo’n 3,5 meter was dit prima te doen.
Hierna zijn we doorgereden naar de ‘Tunnel Log’. Ook een omgevallen boomstam uit 1937. Deze is over de weg heen gevallen, om nog bij de weg te kunnen hebben ze er daarom maar een groot gat in gezaagd waardoor er een tunnel ontstaat waar je met de auto doorheen kunt. Je gaat dus met de auto door de boom! Verderop in het park staat de allergrootste boom, de General Sherman. Er loopt een kleine trail naartoe welke, naar beneden toe, goed te lopen was (heuvelafwaarts). Alleen al de eekhoorntjes die hier rondliepen maakten de wandeling leuk. Weer twee andere soorten gezien en natuurlijk uitgebreid gefotografeerd en gefilmd! Dit was nog best een uitdaging aangezien een van de twee soorten klein maar ook heel snel was!
Het leek een beetje op een kruising tussen een eekhoorn en een woestijnrat (toch eens googelen wat het nu geweest is…) de ander was makkelijker te filmen, die ging er uitgebreid voor zitten. Deze soort was iets groter, bruin met wit gestreept een een kortere en dunnere staart dan de eerder door ons gespotte eekhoorns in de andere parken.
Halverwege het pad naar beneden hebben ze met klinkers de voet van de stam van de General Sherman in het pad gelegd. Deze heeft een diameter van 7,7 meter! Bij de boom aangekomen, die midden op een pleintje staat zag je pas goed hoe groot deze was. Hij is 84 meter hoog en de leeftijd is geschat tussen de 2300 en 2700 jaar oud.
Vlak bij deze boom stonden er nog meer waaronder een tweeling boom waar je tussendoor kon lopen. Ook hebben we in een boom gestaan, je kon niet eens met gestrekte armen de zijkanten van het gat aanraken, zo groot. Dit op de foto zetten was heel moeilijk. Je krijgt gewoon niet goed duidelijk hoe groot deze bomen nu werkelijk zijn. Zelfs met de filmcamera was dit erg moeilijk vast te leggen.
Na de forse klim omhoog met een helling van zo’n 15% waren we behoorlijk buiten adem. Het was maar 700 meter lopen maar wel op een hoogte van 2100 meter, dus ijle lucht. Dat viel even tegen! Na op adem gekomen te zijn, verder het park doorgereden. Halverwege even gestopt om weer een hert dat langs te weg stond op de foto te kunnen zetten. Echt zo bizar dat je die hier zo vaak tegen komt! Bij ons moet je er naar zoeken.
Wat verder op de route was het nog even schrikken toen er vanuit het niets een hert de weg over stak terwijl wij aan kwamen rijden. Gelukkig was het op voldoende afstand zodat hij al voor de auto langs was toen we er voorbij kwamen. Op tijd stoppen had me niet meer gelukt en uitwijken was ook niet echt een optie met aan de ene kant van de weg een rotswand en aan de andere kant een redelijk steile afgrond. Nu hebben we een flinke auto maar ik vraag me toch af wat we de verhuurmaatschappij hadden moeten vertellen als er een deuk in gezeten zou hebben…
Op de terugweg naar het motel een Applebee’s restaurant opgezocht om wat te eten. Ik moet zeggen dat al dat uit-eten met zijn hamburgers, patat, pizza etc. me behoorlijk tegen gaat staan. Iets gewoon gezonds lijkt vrijwel onmogelijk. Ik was dan ook blij dat ik hier gewoon kon kiezen voor gekookte rijst met gebakken groenten en gamba’s! Uiteindelijk waren we rond 21:00 uur in het motel. Morgen ons laatste National Park: Yosemite.
Vandaag stond een lange rit op het programma van Las Vegas naar Fresno. Om de rit leuker te maken, hadden we een tussenstop in Death Valley National Park gepland.
Het eerste deel van de reis verliep eigenlijk heel vlot. De snelweg van Las Vegas richting Death Valley reed lekker door en we hadden een mooie blauwe lucht. Alleen de temperatuur in Las Vegas viel ons een beetje zwaar, bijna 110 graden Fahrenheit oftewel 43 graden! De airco van de auto had het merkbaar moeilijk om de temperatuur naar beneden te krijgen en elke stap buiten de auto leverde een klap in je gezicht op. Jammer alleen dat we nu richting Death Valley rijden, want dat staat bekend als de warmste plek in de Verenigde Staten en dus alleen nog maar heter.
De eerste problemen met de route werden duidelijk toen we door TomTom een onverharde weg werden opgestuurd in een klein gehuchtje net buiten Death Valley. De website van het park zegt zelf al dat ze geen duidelijke straat en huisnummer voor hun visitor centre hebben, dus wij hebben op de goede gok een kruising tussen het plaatsje Furnace Creek (leuke namen trouwens die plaatsjes in Death Valley!) en de snelweg waarop we aan kwamen rijden uitgekozen. Achteraf bleek dit een veel te hoog punt in het park opgeleverd te hebben, waardoor we vanuit Las Vegas (zuidelijk) eerst helemaal naar het noorden van het park zijn gereden, daar er doorheen zijn gereden en toen via de westelijke kant weer helemaal naar het zuiden zijn gereden. In Nederlandse parken zou dit niet zo erg zijn geweest, maar in Amerikaanse parken betekent dit dat je zo’n 3 uur aan het rijden bent!
Toen we net over de bergrand Death Valley inreden, kwamen we de tweede verrassing in de route tegen. De kortste route naar het zuiden van het park bleek afgesloten te zijn doordat een deel van de weg ‘flooded’ was door de zware plaatselijke regenbuien van gisteren. Op een Nevada news-zender die wij gisteren in Las Vegas zagen, werd gesproken over een monsoon-seizoen. Door de afsluiting moesten we een andere langere route rijden, die dwars door over een stijle berg ging. Een erg mooie route om te rijden, maar alleen als je er de tijd voor hebt.
Uiteindelijk zijn we 3x even kort gestopt om wat foto’s te maken in Death Valley. De grote zoutvlakten (de vallei is eigenlijk een oude zeebodem) en de zandvlakte zijn toch wel erg indrukwekkend! De rest van de dag zijn we eigenlijk vol continue onderweg geweest. Rond 21:30 kwamen we aan in Fresno (onderweg nog wel snel wat gegeten bij Wendy’s). Morgen weer iets rustiger aan, want dan gaan wij Sequoia National Park bekijken.
Tip: kies geen grote zware huurauto als je veel gaat rijden (wij rijden 20 mile op een galon, oftewel 1 liter op 8,6 kilometer)
Gereden: meer dan 725 kilometer
Geslapen in: Americas Best Value Inn in Fresno
Gegeten bij: Wendy’s ergens langs de snelweg
2 reacties op “Yosemite NP”